19 december 2020

In november 2020 verscheen het rapport "Verschil maken? Gemeente, belastingen en rechtsherstel in naoorlogs Utrecht', geschreven door Maili Blauw. Ze schreef het in opdracht van de gemeente Utrecht.

Historica Blauw is onderzoeker bij Bestuursdienst Gemeente Den Haag. Ze was van 2017–2019 onderzoeker en secretaris bij het project Joods moreel rechtsherstel.

In het rapport schrijft ze in een alinea over het aantal joden in Utrecht in de Tweede Wereldoorlog en het aantal overlevenden. Daarin schrijft ze: 

Op het in 2015 onthulde Joods Monument Utrecht staan 1.239 namen. Daaronder zijn ook die van 132 personen uit delen van Jutphaas, Maartensdijk en Zuilen die tijdens de bezetting nog niet bij de gemeente Utrecht hoorden, maar daar sinds 1954 wel bij zijn gevoegd.

Keurig, hoor. Feitelijk juist: er staan 1.239 namen. Maar ik mis de nadere uitleg dat dit getal niet overeenkomt met het aantal slachtoffers.

Er staan namen op het monument van mensen die de oorlog overleefd hebben. En er staan ook namen niet op vermeld die er wel horen. Deze feiten staan ook vermeld in de bron die zij aanhaalt: het gemeentelijke rapport 'In steen gebeiteld' (2018). Dat rapport noemde ik overigens 'broddelwerk'.

Het kan natuurlijk knulligheid zijn, maar ik hou het erop dat Blauw het wegmoffelwerk van de gemeente doorzet.